In De Tijd van 1/7/2017 werd een artikel gepubliceerd waarin Prof Alain L. Verbeke de bemiddelingsrol van gerechtsdeurwaarders en in het bijzonder het MyTrustO initiatief promoot (“De nieuwe gerechtsdeurwaarder bemiddelt”).
Buitengerechtelijke incasso is gebaseerd op het luisteren naar het standpunt van de debiteur. Alle incasso-ondernemers maakten deze vaststelling en startten net daarom hun “minnelijk incasso-onderneming”. De grootste van deze ondernemingen zijn lid van de Belgische Vereninging van Incasso-ondernemingen (ABR-BVI) (1).
Door een uitstekende communicatie te voeren met schuldenaars (en natuurlijk ook met schuldeisers) hebben de leden van de ABR-BVI, in 2016 alleen, 2 miljoen vorderingen minnelijk opgelost, zonder enige gegronde klacht van debiteuren (2) of creditereuren en zonder hiervoor de rechtbanken te moeten belasten. Wij zijn het er dus mee eens dat bemiddeling en onderhandeling de rechtbanken ontlast. Daarnaast geeft die manier van werken tevens uitstekende resultaten op het gebied van tevredenheid van zowel crediteur als debiteur. Wij kunnen stellen dat wij specialist zijn in dat domein.
De hoofdactiviteit van gerechtsdeurwaarders is de communicatie tussen rechtbanken en partijen (dagvaarding, betekening), en daarbij zijn zij eigenlijk meest bekend voor de executie van de beslissingen van die rechtbanken (inclusief beslagleggingen). De wetgever heeft hen hiervoor bijzondere macht gegeven. Het is daarom essentieel dat zij onpartijdig blijven, en om die reden zijn de deurwaarderstarieven ook van openbare orde (3).
In de laatste jaren hebben een aantal gerechtsdeurwaarders bijkomende activiteiten ontwikkeld, waaronder minnelijke incasso en soms zelfs ‘no-cure-no-charge’ minnelijke en gerechtelijke incasso. Sommige deurwaarders bieden ook op portefeuilles van vorderingen. Dit lijkt ons moeilijk compatibel met hun plicht van onpartijdigheid en veroorzaakt wanpraktijken. Een reële controle van gerechtsdeurwaarders is essentieel. (4) De bemiddelingsrol van gerechtsdeurwaarders, zoals voorgesteld door Prof Verbeke, lijkt ons echter niet evident. Het zou zijn alsof politieagenten betalingen zouden mogen ontvangen van één van de partijen in een dispuut, of dat medewerkers van de Federale Ombudsman een bod zou mogen doen om klachten te mogen behandelen. Het zou deze instellingen onmiddellijk in discrediet brengen.
MyTrustO gaat nog een stapje verder dan de gewone deurwaarder. Zij presenteren zich als een dienst voor debiteuren (<< Problemen om al je rekeningen op tijd te betalen? […] De dienstverlening MyTrustO helpt je graag! >>). Maar de debiteur dient al EUR 150 te betalen bij opstart van zijn/haar dossier (<<Voor dit financieel document ‘MyTrustO’ betaal je aan de gerechtsdeurwaarder een éénmalige opmaak- en dossierkost van 150 euro (BTW inbegrepen).>>). De aanpak is blijkbaar ook niet zo efficiënt voor iedere schuldeiser of schuldenaar. Net daarom de aanzienlijke marketinginspanningen? Zelfs confraters nemen afstand met MyTrustO. Eigenlijk heeft de debiteur ook een gratis dienst te beschikking door de wettelijk georganiseerde schuldbemiddeling. Waarom een duurdere “privé” aanpak aanmoedigen? (5)
Gerrechtsdeurwaarders zijn essentiële medewerkers van de economie. Zij hebben taken die voorbehouden zijn voor hen vanwege hun statuut en bijzondere macht. Datzelfde statuut maakt het ook onaanvaardbaar dat zij commerciële biedingen maken op vorderingen en dat zij als (on)partijdige bemiddelaar tussenkomen. De wetgever dient een duidelijk standpunt uit te spreken.
Het doel van de regering is duidelijk om te besparen op het budget voor Justitie. De regering wenst zoveel mogelijk geschillen weg te houden van de rechtbanken om deze te ontlasten.
Dat is ook de reden waarom zij de gerechtsdeurwaardersactiviteiten ondersteunen, waaronder de IOS-procedure voor niet-betwiste schulden (invordering onbetwiste schuldvorderingen) en schuldenregelingen zoals MyTrustO. Het resultaat is echter een aanzienlijke bijkomende kost voor zowel debiteuren als crediteuren.
Daarnaast laat men de controle van gerechtsdeurwaarders volledig in handen van gerechtsdeurwaarders; dat blijkt niet efficiënt te zijn. In andere landen (Duitsland, Nederland, Scandinavië, enz. …) heeft men op openbare budgetten kunnen besparen zonder daarbij de belangen van crediteuren en debiteuren te schaden, dit door een betere samenwerking met incasso-ondernemingen.
Graag staat de ABR-BVI ter beschikking om met de FOD Justitie en met andere partijen eens een globaal overzicht te schetsen over de problematiek van onbetaalde schulden in België, en de mogelijke curatieve alsook preventieve maatregelen.
***
(1) De ABR-BVI vertegenwoordigt de incassosector in België sinds 1994. De ABR-BVI zorgt voor training en opleiding van de medewerkers van haar leden. Ze houdt zelf ook toezicht op haar leden en heeft een grondige kennis van de markt. Zij informeert de politiek en de pers en neemt deel aan economische en maatschappelijke debatten. Het communicatief vermogen en de dossierkennis van de sector zorgt voor een natuurlijk verlengstuk van de opdrachtgevers. Hierdoor worden bijna alle dossiers in een minnelijke fase betaalt en/of opgelost. De minnelijke invordering is de meest betrouwbare, snelste en goedkoopste manier voor de schuldeiser, de schuldenaar en de overheid/maatschappij om onbetaalde vorderingen op te lossen.
(2) Incasso-ondernemingen zijn onderworpen aan strikte controle door de FOD Economie. Er werden in 2015 iets van een 420 klachten behandeld, waar tot zover wij weten geen één gegronde klacht tussenzat over een lid van de ABR-BVI.
(3) In België zijn gerechtsdeurwaarders “ministeriele ambtenaren”. Één van de gevolgen hiervan is dat zij zoals elke andere handelaar hun werkzaamheden factureren. Deze manier verschilt van andere Europese en niet-Europese landen. In Duitsland zijn gerechtsdeurwaarders bvb. gewoon ambetaneren. In andere landen, waarbij het statuut van deurwaarders gelijkaardig is aan dat van ons in België, worden deurwaarders wel nauwlettend gecontroleerd. In België worden deurwaarders feitelijk niet gecontrolleerd, ongeacht de herhaalde vraag hiervoor van sociale medewerkers.
(4) Over wanpraktijken van gerechtsdeurwaarders
Een kritisch onderzoek bij erkende sociale instellingen zou aantonen dat zij vaker te maken krijgen met de praktijken van gerechtsdeurwaarders dan met die van incassokantoren. Zij zijn wel vragende partij voor een reële controle van gerechtsdeurwaarder, iets wat de laatste decennia feitelijk onbestaand is voor gerechtsdeurwaarders.
Ook het parlement is zich hiervan bewust: wetsvoorstel DOC 54 0702/001: << 2. Vastgestelde misbruiken We kunnen er niet omheen dat een kleine minderheid van gerechtsdeurwaarders — gering in aantal maar wel goed voor een fors aandeel van de minnelijke invorderingen door deurwaarders — de wet op geheel eigen wijze interpreteren. Sommigen deinzen er niet voor terug de voorschriften van de wet zomaar te overtreden, of doen zelfs alsof die niet bestaan, terwijl anderen iets subtieler te werk gaan en de geest van de wet verdraaien door onrechtmatige contractuele bepalingen. Bij wijze van vergoeding worden lustig inningskosten en voorschotten opgestreken, en dan hebben we het nog niet over strikt verboden praktijken die geheel in strijd zijn met de beroepsethiek, zoals het no cure no pay-principe, dat neerkomt op een soort vergoeding op commissiebasis, wat de facto leidt tot een belangenconflict en een opeenstapeling van volstrekt nutteloze handelingen, om de eigen beurs te spekken. >>
(5) Over MyTrusto
Apache-journaliste Kaja Verbeke schreef op 14 februari 2017 het volgende: << Een ander alternatief is MyTrustO, maar dat is niet gratis. Gerechtsdeurwaarder Patrick Van Buggenhout startte het initiatief, beweging.net faciliteert het momenteel. MyTrustO wil anders omgaan met mensen met schulden door ethisch invorderen te promoten. Momenteel zijn er nog heel wat bekommernissen rond MyTrustO en is het daarom niet onbesproken bij schuldbemiddelaars en armoedeorganisaties. >>
<<Niet iedereen reageert laaiend enthousiast op MyTrustO. De nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders distantieert zich van het initiatief. Dat schrijft De Standaard. Volgens de voorzitter van de Kamer biedt het MyTrustO geen enkele wettelijke bescherming. “Enkel de bestaande collectieve schuldenregeling biedt zekerheid”, zegt Brackeva. Marc Wellens reageert dat het niet de bedoeling is om de collectieve schuldenregeling te vervangen, maar de mensen een alternatief te bieden. De voorzitter van Beweging.net is er van overtuigd dat beiden naast elkaar kunnen bestaan. “Wij willen de mensen juist helpen voorkomen dat de situatie structureel onhoudbaar wordt”, aldus de voorzitter. >>
En ook << MyTrustO is een nieuw initiatief dat mensen uit de financiële problemen wil halen. Met steun van Beweging.net, maar zeer tegen de zin van de Kamer van Gerechtsdeurwaarders. >> schrijft De Standaard.
Etienne van der Vaeren – Voorzitter ABR-BVI